Uitspraak
22 september 2017, 16/1593, 16/3137, 17/652 en 17/569 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand en de afwijzing van nieuwe aanvragen van appellante, die sinds 1997 bijstand ontving op basis van de Participatiewet. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, die de bestreden besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Venlo heeft bevestigd. De zaak is ontstaan na een themacontrole naar het bezit van onroerend goed, waarbij bleek dat appellante een appartement in Turkije bezat, wat zij niet had gemeld. Het college heeft de bijstand van appellante met terugwerkende kracht ingetrokken, omdat de waarde van het onroerend goed boven de vermogensgrens lag. Appellante heeft betoogd dat het college ongerechtvaardigd onderscheid heeft gemaakt op basis van nationaliteit en dat het appartement niet haar eigendom was, maar dat van haar moeder. De Raad oordeelt dat het college niet in strijd heeft gehandeld met het discriminatieverbod en dat appellante niet heeft aangetoond dat het appartement niet haar eigendom was. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.