ECLI:NL:CRVB:2020:710
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking in hoger beroep inzake medische deskundigheid en procedurele beslissingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 maart 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om wraking van de behandelend rechter in een hoger beroep inzake de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De verzoeker, die niet ter zitting aanwezig was, had het verzoek om wraking ingediend op basis van de afwijzing van zijn verzoek om uitstel van de zitting en de beslissing om geen medisch deskundige te benoemen. De Raad oordeelde dat de beslissing om al dan niet een medisch deskundige te benoemen een procedurele beslissing is, die op zichzelf geen grond kan vormen voor wraking. De wrakingskamer kan niet oordelen over de juistheid van procedurele beslissingen, en de verzoeker had niet tijdig gehandeld volgens de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) met betrekking tot wraking. De Raad concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. Het verzoek om wraking werd dan ook afgewezen, en de Raad benadrukte dat de motivering van procedurele beslissingen niet kan leiden tot wraking, tenzij er sprake is van objectieve aanwijzingen van vooringenomenheid. De beslissing is openbaar uitgesproken en de griffier en de voorzitter hebben de uitspraak ondertekend.