ECLI:NL:CRVB:2020:387
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geschil over korting op AOW-pensioen door de Sociale verzekeringsbank voor niet-verzekerde tijdvakken
In deze zaak is in geschil of de Sociale verzekeringsbank (Svb) een korting op het AOW-pensioen van betrokkene heeft mogen toepassen voor de periode van 13 oktober 1978 tot en met 22 december 1984, ondanks dat deze periode in het pensioenoverzicht als verzekerd tijdvak stond vermeld. De Svb had eerder een pensioenoverzicht aan betrokkene gestuurd waarin deze periode als verzekerd was aangemerkt. Betrokkene heeft in bezwaar aangevoerd dat hij mocht vertrouwen op dit overzicht. De Svb heeft echter gesteld dat de vermelding van deze periode als verzekerd een fout was en dat zij deze fout mocht herstellen.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de Svb in beginsel de bevoegdheid heeft om gemaakte fouten te herstellen, mits dit niet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel of andere rechtsbeginselen. De Raad heeft vastgesteld dat de Svb in dit geval niet in strijd heeft gehandeld met deze beginselen. De Svb heeft beleid ontwikkeld dat het mogelijk maakt om onjuiste vaststellingen in pensioenoverzichten te corrigeren, en de Raad heeft geoordeeld dat de Svb in dit geval aan de eisen van dat beleid heeft voldaan.
De Raad heeft ook overwogen dat het belang van de Svb bij het handhaven van de wettelijke voorschriften voor de berekening van het AOW-pensioen zwaarder weegt dan het belang van betrokkene bij nakoming van de toezegging die de Svb had gedaan. De uitspraak van de rechtbank Gelderland, die de Svb had opgedragen om een nieuw besluit te nemen, is vernietigd. Het beroep van betrokkene is ongegrond verklaard, en de Svb is in het gelijk gesteld.