ECLI:NL:CRVB:2020:347
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.A. Boersma
- H.S. Huisman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vaststelling buitenlandbijdrage en berekening op basis van fluctuaties in inkomens
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag, waarbij de rechtbank de beroepen van appellant tegen de besluiten van het CAK ongegrond heeft verklaard. De appellant, woonachtig in België, heeft bezwaar gemaakt tegen de buitenlandbijdragen die door het CAK zijn vastgesteld voor de jaren 2013 en 2015. De buitenlandbijdragen zijn vastgesteld op respectievelijk € 1.080,57 en € 1.906,28, waarbij het CAK is uitgegaan van de door de Belastingdienst vastgestelde inkomens. Appellant stelt dat de buitenlandbijdragen berekend moeten worden op basis van de gemiddelde jaarinkomens van 2013, 2014 en 2015, en dat de fluctuaties in de jaarinkomens zijn veroorzaakt door fouten van de Sociale Verzekeringsbank bij de uitbetaling van de (partner)toeslag op grond van de Algemene Ouderdomswet.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Zvw en de Regeling zorgverzekering dwingend voorschrijven hoe de buitenlandbijdrage berekend moet worden. De Raad heeft eerder in andere uitspraken uiteengezet dat er geen ruimte is voor vermindering van de buitenlandbijdrage in geval van fluctuaties in inkomens. Gezien deze overwegingen heeft de Raad geoordeeld dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en de aangevallen uitspraken worden bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.