ECLI:NL:CRVB:2020:3196
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van eerder besluit tot weigering Wajong-uitkering na inhoudelijke beoordeling
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1986, een aanvraag om Wajong-uitkering ingediend, die eerder was afgewezen omdat hij minder dan 25% arbeidsongeschikt was. Na een eerdere afwijzing heeft appellant opnieuw een aanvraag ingediend, maar deze werd ook afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij door een verstandelijke beperking meer beperkingen ondervindt dan door het Uwv is erkend. Het Uwv heeft echter bevestigd dat de eerdere beoordelingen correct waren en dat er geen aanleiding was om de beperkingen te herzien. De Raad heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het Uwv niet hoefde terug te komen op het eerdere besluit. Tevens heeft de Raad geoordeeld dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat heeft geleid tot een schadevergoeding voor appellant. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en de Staat en het Uwv veroordeeld tot schadevergoeding en proceskosten.