ECLI:NL:CRVB:2020:1120
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van eerdere uitspraak inzake arbeidsongeschiktheidsuitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 mei 2020 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 26 september 2018. Verzoeker, die in Turkije woont, had eerder een aanvraag ingediend voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering, welke door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) buiten behandeling was gelaten. Het verzoek om herziening werd ingediend op 2 september 2019, maar de Raad oordeelde dat dit verzoek in wezen een herhaling was van eerdere verzoeken en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren aangevoerd die aanleiding gaven tot herziening. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker geen feiten heeft gepresenteerd die voldoen aan de criteria van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft eerder in een uitspraak van 28 juni 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2102, het verzoek om herziening afgewezen, en heeft in deze uitspraak bevestigd dat het verzoek om herziening opnieuw moet worden afgewezen. De Raad benadrukte dat het herzieningsverzoek niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor het aanvoeren van nieuwe feiten die niet eerder bekend waren. De beslissing werd genomen zonder zitting, aangezien verzoeker had aangegeven niet naar Nederland te komen voor een zitting. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.