ECLI:NL:CRVB:2020:1068
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en terugkomen op eerder besluit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin het verzoek van appellante om terug te komen van een eerder besluit van het Uwv werd afgewezen. Appellante, die zich sinds 2009 ziek heeft gemeld, ontving een WIA-uitkering die in 2012 werd ingetrokken. Appellante verzocht het Uwv om herbeoordeling van haar situatie, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het Uwv op goede gronden had besloten en dat er geen nieuwe feiten waren die aanleiding gaven om het eerdere besluit te herzien. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak, waarbij werd benadrukt dat de door appellante ingebrachte stukken te laat waren ingediend en dat de medische informatie niet voldoende was om aan te tonen dat er sprake was van toegenomen arbeidsongeschiktheid. De Raad onderschreef de conclusie van de rechtbank dat het Uwv terecht had geoordeeld dat er geen aanleiding was om het besluit van 29 augustus 2012 te herzien, en dat de eerdere beoordeling van appellante's gezondheidssituatie correct was. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak.