ECLI:NL:CRVB:2019:897
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in jeugdhulpzaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellante, een jongere met een licht verstandelijke beperking en een nierziekte, had jeugdhulp aangevraagd voor persoonlijke verzorging en begeleiding in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) om haar te ondersteunen bij het katheteriseren. De aanvraag was door het college van burgemeester en wethouders van Barneveld afgewezen, wat door de rechtbank in een eerdere uitspraak werd bevestigd. Appellante ging in hoger beroep, maar verscheen niet ter zitting. De Raad heeft vastgesteld dat appellante sinds 29 juni 2016 een pgb ontvangt van haar zorgverzekeraar voor verpleging en verzorging, waardoor de beoordeling van de jeugdhulp voor een reeds verstreken periode betreft. De Raad heeft geconcludeerd dat appellante geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijk oordeel over de aangevallen uitspraak. Daarom werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met M.F. Wagner als voorzitter en D.S. de Vries en J.P.A. Boersma als leden, in aanwezigheid van griffier R.P.W. Jongbloed.