Uitspraak
18.6261 AW, 18/6262 AW, 19/1763 AW, 19/1764 AW, 19/1849 AW, 19/1850 AW,
7 november 2016, 16/674 (ECLI:NL:RBROT:2016:8379) en 16/749 (ECLI:NL:RBROT:2016:8470) vernietigd voor zover het betreft de beslissingen op bezwaar en de besluiten op de verzoeken om toekenning van de toelage bezwarende functie met terugwerkende kracht, de beslissingen op bezwaar op deze punten vernietigd, de korpschef opgedragen om op die punten opnieuw op de bezwaarschriften te beslissen en met toepassing van artikel 8:113, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaald dat tegen de nieuwe besluiten slechts bij de Raad beroep kan worden ingesteld.
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart de beroepen van [appellant 1] en [appellant 2] tegen het niet tijdig nemen van nieuwe beslissingen op bezwaar niet-ontvankelijk;
- verklaart de beroepen van appellanten tegen de besluiten van 12 maart 2019, 18 maart 2019 en 20 maart 2019 gegrond en vernietigt deze besluiten;
- wijst de verzoeken van appellanten om toekenning van de toelage bezwarende functie met ingang van 1 januari 2010 toe;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;
- veroordeelt de korpschef tot betaling aan [appellant 1] en [appellant 2] van de wettelijke rente over de achterstallige toelage bezwarende functies;
- veroordeelt de korpschef tot betaling aan [appellant 1] en [appellant 2] van een schadevergoeding van € 500,- per persoon;
- veroordeelt de korpschef in de (proces)kosten van [appellant 1] en [appellant 2] tot een bedrag van € 1.024,- per persoon;
- veroordeelt de korpschef in de (proces)kosten van [appellant 3] , [appellant 4] , [appellant 5] en [appellant 6] tot een bedrag van € 512,- per persoon;
- bepaalt dat de korpschef aan [appellant 1] en [appellant 2] het betaalde griffierecht van € 170,-per persoon vergoedt en aan ieder van overige appellanten het betaalde griffierecht van