ECLI:NL:RBROT:2016:8470

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 november 2016
Publicatiedatum
4 november 2016
Zaaknummer
AWB - 16 _ 749
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering toekenning toelage bezwarende functie aan politieambtenaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 november 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een politieambtenaar werkzaam op de informatieafdeling van de meldkamer, en de korpschef van politie, verweerder. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het ontbreken van een toelage bezwarende functie (TBF) op haar salarisstrook van juni 2015. Verweerder had dit bezwaar ongegrond verklaard, omdat eiseres' functie van Generalist Intelligence een administratief-technische functie (ATH-functie) is die niet is aangewezen als slijtend of executief. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldeed aan de criteria voor toekenning van de TBF, zoals vastgelegd in de Regeling aanwijzing administratief-technische functies. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aan de voorwaarden voldeed, omdat haar functie niet voldeed aan de vereiste omstandigheden die risico's en ongemakken met zich meebrachten. Eiseres had enkel aangetoond dat zij geconfronteerd werd met menselijk leed, maar niet dat zij beslissingen moest nemen in complexe situaties. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Bestuursrecht 2
zaaknummer: ROT 16/749

uitspraak van de meervoudige kamer van 7 november 2016 in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats], eiseres,
gemachtigde: mr. P. de Haas,
en

de korpschef van politie, verweerder,

gemachtigde: mr.drs. M.J.M. Suijs.

Procesverloop

Eiseres heeft bij brief van 16 juli 2015 bezwaar gemaakt tegen het ontbreken van een toelage bezwarende functie (TBF) op haar salarisstrook van juni 2015.
Bij besluit van 22 december 2015 (het bestreden besluit) heeft verweerder, voor zover hier van belang, het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 juli 2016. Eiseres is verschenen, bijgestaan door mr. L. Ponsen, kantoorgenoot van haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.1.
Eiseres is in het kader van de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) overgegaan naar de functie Generalist Intelligence in het domein Uitvoering en het vakgebied Intelligence. Zij is werkzaam op de informatieafdeling van de meldkamer van de politie. Zij kijkt direct mee met de meldingen bij de meldkamer (112) en biedt op basis van de beschikbare bronnen ondersteuning door het geven van informatie bij de meldingen. De afdeling is 24 uur per dag, 7 dagen in de week operationeel. Eiseres draait volgens een rooster onregelmatige diensten. Zij is van mening dat haar functie primair is gericht op de uitvoering van de politietaak.
1.2.
Bij brief van 16 december 2014 is iedere politieambtenaar geïnformeerd over de afwikkeling van financiële aanspraken als gevolg van de overgang naar het LFNP. In de bijlage bij deze brief staat dat de TBF nog niet is betaald aan hen die door de matching voor het eerst recht op de TBF krijgen, de politieambtenaren met een administratief-technische functie (ATH-functie) die op een slijtende of executieve LFNP-functie zijn gematcht.
1.3.
Bij brief van 18 juni 2015 zijn alle medewerkers die in aanmerking komen voor de TBF daarover geïnformeerd en is hun meegedeeld dat met de salarisbetaling van juni 2015 gestart wordt met de uitbetaling van de TBF. Aan deze medewerkers is bij de salarisbetaling van juni 2015 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 de TBF uitbetaald.
2. Aan de weigering eiseres een TBF toe te kennen, heeft verweerder ten grondslag gelegd dat haar functie van Generalist Intelligence een ATH-functie is die niet is aangewezen als slijtend of executief.
3. Gesteld noch gebleken is dat uit de beschrijving van de LFNP-functie van eiseres voortvloeit dat zij aanspraak kan maken op de TBF.
3.1.
Voor zover de feitelijke werkzaamheden van eiseres bij de beoordeling moeten worden betrokken, kan dit haar niet baten. De rechtbank kan eiseres niet volgen in haar standpunt dat haar functie materieel aan de criteria voor toekenning van de TBF voldoet. Voor toekenning van de TBF dient de functie op grond van artikel 1, eerste lid, van de Regeling aanwijzing administratief-technische functies te voldoen aan de volgende voorwaarden:
a. de functie is niet hoger gewaardeerd dan schaal 11 van bijlage I van het Besluit bezoldiging politie;
b. er is sprake van een functie waaraan risico's en ongemakken zijn verbonden, waarbij sprake is van twee of meer van de volgende omstandigheden:
– voor het vervullen van de functie is fysieke inspanning en behendigheid vereist;
– er is kans op psychisch letsel uit eerstehandservaring door confrontatie met menselijk leed of schokkende gebeurtenissen door fysieke aanwezigheid bij, of horen of zien van die gebeurtenissen;
– er is kans op het oplopen van letsel bij conflicten, bij aanhoudingen of in het verkeer;
– er is sprake van psychische druk door het in luttele seconden moeten nemen van beslissingen in onoverzichtelijke of complexe situaties.
c. de ambtenaren in de functie werken volgens een in overwegende mate volcontinue dienstrooster of een dienstrooster met elke 16 weken ten minste 16 maal een consignatiedienst tussen 0.00 uur–06.00 uur.
3.2.
Eiseres voldoet niet aan de voorwaarde onder b, omdat geen sprake is van twee of meer van de daar vermelde genoemde omstandigheden. Uit de door eiseres ter zitting gegeven toelichting blijkt dat zij alleen voldoet aan het criterium dat zij uit eerstehandservaring wordt geconfronteerd met menselijk leed (tweede streepje). Ook aan het vierde streepje wordt niet voldaan, omdat eiseres weliswaar onder tijdsdruk inlichtingen moet verzamelen en doorgeven, maar zij niet degene is die vervolgens beslissingen neemt in onoverzichtelijke of complexe situaties. Eiseres voldoet daarom niet aan de criteria voor toekenning van de TBF.
3.3.
Voor zover eiseres met haar standpunt dat haar collega’s in de meldkamer wel een TBF ontvangen een beroep doet op het gelijkheidsbeginsel, slaagt dit beroep niet. De in het hiervoor besproken vierde gedachtestreepje bedoelde beslissingen worden mede door deze collega’s genomen en niet door eiseres.
4. Het betoog van eiseres dat zij haar werkzaamheden ziet als uitvoering van de politietaak laat de rechtbank onbesproken, omdat eiseres geen rechtstreeks beroep heeft ingesteld tegen de in het bestreden besluit vervatte primaire beslissing tot afwijzing van het verzoek van eiseres tot wijziging van haar aanstelling.
5. Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. van Velzen, voorzitter, mr. E.J. Rutten en
mr. R.H.L. Dallinga, leden, in aanwezigheid van mr. E. Naaijen-van Kleunen, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 november 2016.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.