ECLI:NL:CRVB:2019:3809
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsverlening op basis van vermogen in het buitenland
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsverlening aan appellanten, die sinds 14 februari 2009 bijstand ontvingen op basis van de Participatiewet. De gemeente Tilburg heeft onderzoek gedaan naar de rechtmatigheid van deze bijstand, waarbij bleek dat appellanten onroerend goed in Turkije bezaten, wat zij niet hadden gemeld. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellanten de op hen rustende inlichtingenverplichting hebben geschonden door geen melding te maken van hun vermogen in het buitenland. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tilburg gegrond. De Raad stelt vast dat de onderzoeksresultaten onrechtmatig waren verkregen en dat de appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij redelijkerwijs niet konden beschikken over de woning in Turkije. De Raad bevestigt dat de woning een bestanddeel vormde van het vermogen van appellanten, en dat zij hierdoor geen recht op bijstand hadden. De Raad veroordeelt het college in de proceskosten van appellanten tot een bedrag van € 2.048,- en bepaalt dat het college het griffierecht van € 169,- vergoedt.