Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 oktober 2023 in de zaak tussen
[eiser] en [eiseres] , uit [plaats 1] ,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, college.
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
9 november 2015, één week voordat hij eenentwintig werd, uitgeschreven van het adres van eisers. Eiser gaf hierbij aan dat zijn zoon zou gaan verblijven en studeren in Turkije. Naar aanleiding hiervan is bij het college het vermoeden ontstaan dat eiser zou beschikken over een woning in Turkije en is een onderzoek gestart.
25 maart 2022 opgeschort, omdat zij geen in het Nederlands vertaalde bewijsstukken hebben overgelegd met betrekking tot de procedure inzake eisers perceel bouwgrond in de [deelgemeente] .
teruggevorderd.
27 april 2019 ingetrokken, omdat zij een vermogen boven de vermogensgrens hebben en door dit niet te melden de inlichtingenplicht hebben geschonden. Daarnaast heeft het college het te veel aan verleende (bijzondere) bijstand (€ 137.868,89) over deze periode teruggevorderd.
11 maart 2017 tot 27 april 2019 (primair besluit III) en vanaf 25 maart 2022
(primair besluit II) terecht heeft ingetrokken (na opschorting) en de teveel betaalde bijstand terecht heeft teruggevorderd.