ECLI:NL:CRVB:2011:BQ7822
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring bezwaar wegens te late indiening en gebrek aan verschoonbaarheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift van appellante, dat niet tijdig was ingediend. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waarbij haar bezwaar tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank Haarlem had de eerdere uitspraak van de Minister bevestigd, en appellante ging hiertegen in hoger beroep.
De Raad overwoog dat appellante niet had aangetoond dat zij door een medewerker van de Minister onjuist was voorgelicht over de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift. Het beroep op schending van het zorgvuldigheids- en evenredigheidsbeginsel werd verworpen. De Raad stelde vast dat het zorgvuldigheidsbeginsel niet verder strekt dan het onderzoek naar de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. De beoordeling van deze verschoonbaarheid staat los van de inhoudelijke beoordeling van de zaak, wat betekent dat er geen ruimte is voor een belangenafweging.
De uitspraak bevestigde dat het bezwaarschrift van appellante niet tijdig was ingediend en dat er geen redenen waren om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.