In het verslag van een op 17 september 2014 door T met appellante gehouden functioneringsgesprek is over kennis en vaardigheden het volgende vermeld:
“Het cluster waarin (appellante) werkt vraagt kennis [op vakgebied] ( [vakgebied] ), en algemene vaardigheden zoals opgenomen in de functiebeschrijving. (Appellante) haar vaardigheden zijn voor de uitoefening van haar functie voldoende ontwikkeld. T.a.v. kennis wordt vastgesteld dat (appellante) slechts zeer beperkte / tot geen kennis heeft op het gebied van [vakgebied] . Door het uitwerken van en betrokken zijn bij “P” gerelateerde onderwerpen wordt gewerkt aan het verkrijgen van “P gerelateerde kennis.”
Ten aan zien van houding en gedrag is (onder meer) vermeld:
“(Appellante) werkt hard aan haar persoonlijke groei in houding en gedrag en kan daarin als voorbeeld dienen voor anderen. (Appellante) is zich bewust van haar verantwoordelijkheid, is integer en draagt zorg voor een veilige werkomgeving. (Appellante) heeft te kennen gegeven geen affiniteit te hebben met het vakgebied [vakgebied] en is daarom om zich heen aan het kijken naar een functie die beter bij haar kennis en kunde aansluit.”
Bij het kopje “werkomstandigheden” is vermeld:
“dat (appellante) onder code 1 op haar huidige functie is geplaatst. Tussen haar huidige functie en de daaruit voortvloeiende activiteiten bestaat weinig relatie met haar voormalige functie.”
Onder het kopje “afspraken uit het vorige functioneringsgesprek” is vermeld:
“Gedurende afgelopen periode zijn er tevens tussentijds afspraken gemaakt. Deze worden door (appellante) naar behoren ingevuld en nagekomen.”
Onder het kopje “vooruitkijken” heeft T vermeld:
“(Appellante) haar werkzaamheden zijn vastgelegd in de functiebeschrijving. De uit de functiebeschrijving voortvloeiende activiteiten worden vastgelegd in het jaarplan. (…) (Appellante) is gevraagd actief te bezien activiteiten te definiëren voor het jaarplan 2015.”
Als opmerking medewerker bij dit laatste punt is vermeld:
“Het jaarplan 2015 is totaal niet ter sprake gekomen tijdens het functioneringsgesprek. Er is mij derhalve niet gevraagd actief te bezien activiteiten te definiëren voor het jaarplan 2015 (…) Het gesuggereerde strookt ook niet met punt 5.2, laatste zin, en mijn aangeven op zoek te zijn naar ander werk. Het strookt evenmin met de opdracht die mijn leidinggevende zegt te hebben gekregen van het Hfd Afd [functie 4] dat hij mij zo snel mogelijk de organisatie uit moet werken.”