ECLI:NL:CRVB:2019:2303
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen om bijstand van dakloze; beoordeling van de werkwijze van het college
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een dakloze, had aanvragen om bijstand ingediend op basis van de Participatiewet, maar deze aanvragen werden door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant onvoldoende informatie heeft verstrekt over zijn woon- en verblijfsituatie, wat essentieel is voor het vaststellen van het recht op bijstand. De appellant had zich op 3 maart 2017 gemeld voor bijstand, maar gaf aan niet ingeschreven te staan in Amsterdam en had geen controleerbare verblijfplaatsen opgegeven. Het college heeft hem meerdere keren de gelegenheid geboden om zijn situatie toe te lichten, maar de appellant heeft geen concrete informatie verstrekt. De Raad oordeelde dat de werkwijze van het college niet onredelijk was en dat de afwijzing van de aanvragen terecht was. De hoger beroepen van de appellant zijn dan ook afgewezen en de eerdere uitspraken van de rechtbank zijn bevestigd.