Uitspraak
17.6721 AW
OVERWEGINGEN
Privacyrichtlijn - dat persoonsgegevens voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden dienen te worden verzameld. Gerechtvaardigd kunnen slechts de doeleinden zijn die worden nagestreefd met gegevensverwerking in één van de in - het mede op artikel 7 van de Privacyrichtlijn gebaseerde - artikel 8 van de Wbp limitatief opgesomde gevallen.
8 van de Wbp limitatief opgesomde gronden, blijft, mede gelet op artikel 11 van de Wbp, de eis gelden dat de verwerking in het concrete geval noodzakelijk moet zijn met het oog op het omschreven doel van de verwerking. De aanwezigheid van een wettelijke rechtvaardigingsgrond maakt derhalve een belangenafweging aan de hand van de hiervoor onder (a) vermelde beginselen niet overbodig. Bij deze afweging moeten de omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen.