In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland. Appellante, gehuwd met X, had een aanvraag ingediend voor bijstand op basis van de Participatiewet (PW), maar deze werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Ameland. De afwijzing was gebaseerd op het argument dat de PW niet voorziet in de leefvorm van appellante, aangezien zij en haar echtgenoot in verschillende gemeenten woonden. De Raad heeft vastgesteld dat appellante en X niet duurzaam gescheiden leefden en dat de PW in principe wel voorziet in hun leefvorm. De Raad oordeelde dat het college had moeten overleggen met het college van Opsterland, waar X woonde, en dat de aanvraag om bijstand gezamenlijk had moeten worden ingediend. De Raad heeft het besluit van het college vernietigd en geoordeeld dat appellante recht had op bijstand naar de norm voor gehuwden. Tevens heeft de Raad het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante, die in totaal € 2.560,- bedragen.