Uitspraak
OVERWEGINGEN
€ 1.000,- wegens schending van de redelijke termijn in de bezwaarfase (€ 500,-) en in de rechterlijke fase (€ 500,-).
BESLISSING
een bedrag van in totaal € 375,75;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, werkzaam bij de voormalige politieregio, had verzocht om bevordering naar de functie van senior GGP. De korpschef van politie had dit verzoek afgewezen, omdat de appellant niet voldeed aan de vereiste beoordeling boven de norm. De Raad oordeelde dat er geen advies over de verwachte geschiktheid hoefde te worden opgemaakt, aangezien het niet voldoen aan de beoordelingsnorm al tot afwijzing van het verzoek leidde. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep van de appellant ongegrond had verklaard. De Raad oordeelde dat de beoordeling op voldoende gronden berustte en dat de uitleg van de beoordelingscriteria binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling bleef. Tevens werd een schadevergoeding toegekend voor de overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase en de rechterlijke fase, maar het verzoek om een hogere schadevergoeding werd afgewezen. De Raad heeft de proceskosten van de appellant in beroep en hoger beroep toegewezen aan de korpschef en de Staat der Nederlanden, en het griffierecht werd aan de appellant vergoed.