ECLI:NL:CRVB:2018:565
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen bestuursrechtelijke premie door CAK
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 28 februari 2018, wordt het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het CAK behandeld. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de aanmelding als wanbetaler door zijn zorgverzekeraar, wat leidde tot de verplichting om een bestuursrechtelijke premie te betalen. Het CAK verklaarde het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk, omdat er volgens de wet geen bestuursrechtelijke rechtsbescherming openstond tegen de verschuldigdheid of hoogte van deze premie. De rechtbank Noord-Nederland had het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard. Appellant voerde in hoger beroep aan dat de procedure door zijn zorgverzekeraar niet correct was gevolgd en dat hij niet de gelegenheid had gekregen om zich te verweren. De Raad oordeelde dat de wetgever bewust had gekozen om de rechtsgang in dergelijke gevallen via civiele procedures te laten verlopen, en dat er geen schending was van het recht op effectieve rechtsbescherming. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van appellant ongegrond. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.