ECLI:NL:RBMNE:2024:6473
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke premie en aanmelding bij het CAK
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 juli 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen eiseres en het CAK. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het CAK waarin haar werd meegedeeld dat zij een bestuursrechtelijke premie moest betalen omdat zij haar zorgpremie niet had voldaan. Het CAK had eiseres op 25 augustus 2023 geïnformeerd dat zij vanaf 1 september 2023 een premie van € 165,70 moest betalen, welke zou worden ingehouden op haar inkomen. Eiseres was het niet eens met de hoogte van deze premie en stelde dat er een betalingsregeling met haar zorgverzekeraar Zilveren Kruis had moeten worden getroffen. Het CAK verklaarde het bezwaar van eiseres op 28 november 2023 niet-ontvankelijk en ongegrond.
Tijdens de zitting op 19 juli 2024 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van het CAK aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat tegen besluiten over het verschuldigd zijn van een bestuursrechtelijke premie of de hoogte daarvan geen bezwaar of beroep kan worden ingesteld. Dit betekende dat de rechtbank niet kon beoordelen of de aanmelding van eiseres bij het CAK terecht was. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat inhield dat zij geen gelijk kreeg en geen terugbetaling van griffierecht of proceskosten ontving. De rechtbank gaf eiseres wel de mogelijkheid om het geschil met haar zorgverzekeraar voor te leggen aan de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen of om een civiele procedure te starten.