Uitspraak
OVERWEGINGEN
20 april 2014.
22 januari 2015. Bij beslissing op bezwaar van 7 augustus 2015 (bestreden besluit) heeft het Uwv die bezwaren ongegrond verklaard. Het Uwv heeft zich op het standpunt gesteld dat appellante, door geen melding te doen van de hennepkwekerij in haar woning, haar inlichtingenverplichting heeft geschonden. Het Uwv is er daarbij vanuit gegaan dat appellante bij het opstarten van de kwekerij 40 uur per week werkzaam is geweest, waardoor het werknemerschap over de uren verloren is gegaan. Vanaf 1 augustus 2013 komt appellante niet langer in aanmerking voor een WW-uitkering en toeslag. De ten onrechte betaalde
WW-uitkering en toeslag is terecht van appellante teruggevorderd.
artikel 12, eerste lid, en artikel 20, eerste lid, van de TW met de WW vergelijkbare bepalingen zijn opgenomen voor de toeslag.
BESLISSING
- vernietigt het besluit van 7 augustus 2015 voor zover dit betrekking heeft op het besluit van 21 januari 2015;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 3.006,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het door haar in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal 169,- vergoedt.