ECLI:NL:CRVB:2018:4317
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van woonkostentoeslag en terugvordering bijstand in het kader van de WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening van de woonkostentoeslag die aan appellante was toegekend. Appellante ontving een arbeidsongeschiktheidsuitkering en had in 2012 bijzondere bijstand aangevraagd voor een woonkostentoeslag. Het college van burgemeester en wethouders van Veendam had haar aanvankelijk een te hoge woonkostentoeslag toegekend, maar herzag dit bedrag later. Appellante had echter niet redelijkerwijs kunnen begrijpen dat zij teveel bijstand ontving, omdat zij bevestiging had gekregen van de gemeente dat het bedrag correct was. De rechtbank had eerder het besluit van het college vernietigd en de woonkostentoeslag vastgesteld op een lager bedrag, maar de Centrale Raad oordeelde dat het college ten onrechte gebruik had gemaakt van zijn bevoegdheid om de woonkostentoeslag te herzien en terug te vorderen. De Raad bevestigde dat appellante de ontvangen woonkostentoeslag niet hoeft terug te betalen en dat de redelijke termijn in de procedure was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van € 1.500,- aan appellante. Tevens werd het college veroordeeld in de kosten van appellante in hoger beroep.