ECLI:NL:CRVB:2018:3038
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- M. Schoneveld
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen intrekking AIO-aanvulling en terugvordering door de Sociale verzekeringsbank
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen de intrekking van hun AIO-aanvulling door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellanten ontvingen bijstand op grond van de Participatiewet (PW) in de vorm van een aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen. De Svb heeft in de periode van 2013 tot en met 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de rechtmatigheid van de AIO-aanvulling van alle AIO-gerechtigden, waarbij jaarlijks een formulier werd toegestuurd aan AIO-gerechtigden om informatie over verblijf en vermogen buiten Nederland te verstrekken. Appellanten hebben dit formulier ingevuld en aangegeven dat zij eigenaar zijn van een woning in Turkije.
De Svb heeft vervolgens besluiten genomen waarbij de AIO-aanvulling van appellanten is ingetrokken, omdat zij geen taxatierapport van de woning in Turkije hebben overgelegd. Appellanten hebben hiertegen geen bezwaar gemaakt. In een nieuwe aanvraag om AIO-aanvulling hebben zij wel een document overgelegd waaruit blijkt dat zij onroerende zaakbelasting hebben betaald voor de woning, maar de Svb heeft de AIO-aanvulling opnieuw ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd, omdat appellanten niet hebben aangetoond dat zij geen vermogen in het buitenland hebben.
De rechtbank heeft het beroep van appellanten tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard. In hoger beroep hebben appellanten aangevoerd dat de Svb in strijd met het discriminatieverbod heeft gehandeld, maar de Raad heeft geoordeeld dat de Svb bevoegd was om onderzoek te doen naar de juistheid van de verstrekte gegevens. De Raad heeft vastgesteld dat de Svb geen ongerechtvaardigd onderscheid heeft gemaakt tussen verschillende groepen AIO-gerechtigden en dat appellanten niet hebben aangetoond dat de verwervingsdatum van de woning onjuist is. De Raad heeft het hoger beroep van appellanten afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd.