Uitspraak
10 juni 2016, 15/5285 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
6 februari 2015, geweigerd terug te komen van het besluit van 14 januari 2013 omdat er geen nieuwe informatie is verstrekt die aanleiding geeft voor een andere beslissing. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt en informatie overgelegd van i-psy van 23 januari 2013,
27 februari 2014 en 28 februari 2014 en informatie van de reumatoloog van 29 september 2014. Bij besluit van 15 juli 2015 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 14 juli 2015 ten grondslag.
16 april 2002, Dangeville vs. Frankrijk, 36677/97, ECLI:CE:ECHR:2002:0416JUD003667797) of hogere wet- en regelgeving dan wel rechtspraak leidt tot het oordeel dat een zaak, ondanks het ontbreken van nova, inhoudelijk moet worden getoetst. Ook heeft de rechtbank geoordeeld dat niet gebleken is van strijd met hogere wet- of regelgeving of jurisprudentie.
BESLISSING
D. Hardonk-Prins als leden, in tegenwoordigheid van R.H. Budde als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 augustus 2018.