ECLI:NL:CRVB:2018:2330
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- A. Stehouwer
- M. Schoneveld
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm op bijstandsverlening aan een vader en dochter
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellante, een vrouw die bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet, heeft hoger beroep ingesteld tegen de verlaging van haar bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Roerdalen. De verlaging was gebaseerd op de kostendelersnorm, die van toepassing is wanneer meerdere volwassenen in dezelfde woning verblijven. De Raad heeft vastgesteld dat appellante haar hoofdverblijf deelt met haar vader, wat betekent dat de kostendelersnorm van toepassing is. Appellante voerde aan dat deze norm niet op haar van toepassing zou moeten zijn, omdat zij geen kosten met haar vader deelt en er geen gezamenlijke huishouding is. De Raad heeft deze argumenten verworpen en bevestigd dat de wetgever de kostendelersnorm ook van toepassing heeft verklaard op bloedverwanten in de eerste graad. De Raad oordeelde verder dat de inmenging in het eigendomsrecht van appellante legitiem is en dat de beperking van de uitzonderingsbepaling niet discriminerend is. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij het beroep van appellante ongegrond werd verklaard.