Uitspraak
17.3019 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam. Appellant ontving sinds 2 september 2014 bijstand op grond van de Participatiewet (PW) en heeft een arbeidsovereenkomst overgelegd voor werkzaamheden in het café van zijn moeder. Echter, hij heeft geen melding gemaakt van deze werkzaamheden, wat leidde tot de intrekking van zijn bijstandsuitkering en een terugvordering van eerder ontvangen bijstandskosten. De rechtbank had eerder geoordeeld dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden, wat de intrekking van de bijstand rechtvaardigde. De Raad bevestigde deze oordelen en oordeelde dat appellant niet alleen op de hoogte was van zijn verplichtingen, maar ook dat hij had moeten begrijpen dat zijn werkzaamheden invloed hadden op zijn recht op bijstand. De opgelegde boete werd door de rechtbank verlaagd, maar de Raad oordeelde dat de omstandigheden van appellant geen reden waren om de boete verder te matigen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.