ECLI:NL:CRVB:2018:1261
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- P.W. van Straalen
- E.C.R. Schut
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor schuld en toepassing kostendelersnorm
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante, die sinds 26 augustus 2014 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW), had verzocht om wijziging van haar bijstandsnorm naar 70% van de gehuwdennorm en om bijzondere bijstand voor huurkosten. Het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren heeft deze verzoeken afgewezen, omdat er geen sprake was van gewijzigde omstandigheden en omdat de huurschuld niet in aanmerking kwam voor bijstand. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante zich verzet tegen deze beslissing, maar de Raad oordeelde dat de afwijzing van de bijzondere bijstand terecht was. De Raad stelde vast dat appellante ten tijde van het ontstaan van de huurschuld beschikte over middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien, waardoor artikel 13, eerste lid, aanhef en onder g, van de PW van toepassing was. De Raad oordeelde verder dat er geen zeer dringende redenen waren om van deze regel af te wijken, en dat de weigering om bijstand te verlenen niet in strijd was met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Daarnaast werd de toepassing van de kostendelersnorm door het dagelijks bestuur bevestigd. De Raad oordeelde dat de aard van het inkomen van medebewoners niet relevant is voor de toepassing van deze norm, en dat appellante niet had aangetoond dat er gewijzigde omstandigheden waren die een andere beoordeling rechtvaardigden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellante af.