In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam met betrekking tot de opvang van een vreemdeling op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Betrokkene had op 2 mei 2014 een aanvraag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, die op 7 augustus 2014 werd afgewezen. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft ten onrechte tweemaal uitspraak gedaan over dit beroep. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de rechtbank niet bevoegd was om te oordelen over het bestreden besluit en dat dit besluit onverwijld naar de Raad had moeten worden doorverwezen. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en het besluit van 19 december 2014, waarbij het college het bezwaar van betrokkene ongegrond verklaarde. De Raad concludeert dat het college niet bevoegd was om het bestreden besluit te nemen en dat de rechtbank niet bevoegd was om hierover te oordelen. De uitspraak van de Raad is gedaan op 15 februari 2017.