ECLI:NL:CRVB:2017:4475
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boete wegens schending van de inlichtingenverplichting bij bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, waarbij een boete was opgelegd wegens schending van de inlichtingenverplichting. Appellante ontving sinds 12 september 2012 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Na een melding over de aankoop van een woning door appellante, heeft het college besloten de bijstand te herzien en een boete op te leggen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat het college de mate van verwijtbaarheid en de hoogte van de boete onjuist heeft vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college ten onrechte heeft aangenomen dat appellante grove schuld kan worden verweten. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en herroept het besluit van het college, waarbij de hoogte van de boete wordt vastgesteld op € 4.455,25. Tevens wordt het college veroordeeld in de kosten van appellante, die in totaal € 2.475,- bedragen.