Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 december 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, college.
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
1 juni 2020 tot en met 16 augustus 2020 ingetrokken, omdat eiser niet tijdig alle inkomstenbewijzen van het [bedrijf] en van de [onderneming] aan het college heeft overgelegd. Daarnaast heeft het college het te veel aan verleende bijstand
(€ 2.951,84) over de periode 1 april 2020 tot en met 16 augustus 2020 teruggevorderd.
april 2020 en mei 2020 geen sprake is van een schending van de inlichtingenplicht en dat over de maand mei 2020 geen verdere herziening van het recht op bijstand hoeft plaats te vinden. De rechtsgrond van herziening over de maand april 2020 wordt door het college gewijzigd. Verder dient volgens het college het recht op bijstand van eiser over de maand juli 2020 te worden ingetrokken in plaats van het recht te herzien. Het terug te vorderen bedrag stelt het college naar beneden vast op € 2.713,78.