ECLI:NL:CRVB:2017:400
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar wegens verstoorde arbeidsverhouding en hersteldmelding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Het college van burgemeester en wethouders van Oldambt had een ambtenaar, betrokkene, ontslagen op basis van een verstoorde arbeidsverhouding. De rechtbank had het ontslag vernietigd, omdat zij oordeelde dat betrokkene op medische gronden ongeschikt was voor haar functie en het college niet bevoegd was om ontslag te verlenen op andere gronden. Het college ging in hoger beroep en betoogde dat het ontslag op grond van artikel 8:8 van de Collectieve Arbeidvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) wel degelijk mogelijk was.
De Raad oordeelde dat er ten tijde van het ontslag sprake was van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat voortzetting van de arbeidsrelatie niet van het college kon worden gevergd. De Raad volgde het college in zijn standpunt dat de rechtbank niet had moeten verwijzen naar een eerdere uitspraak van 14 februari 2013, waarin was geoordeeld dat ontslag op medische gronden niet mogelijk was. De Raad concludeerde dat de procedure voor ziekteontslag niet gevolgd hoefde te worden, omdat de ambtenaar had geweigerd haar werkzaamheden te hervatten, ondanks dat er geen medische beletselen meer waren.
De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van betrokkene tegen het ontslag ongegrond. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om het ontslag te verlenen op basis van de verstoorde arbeidsverhouding en dat de omstandigheden van de zaak dit rechtvaardigden. De uitspraak benadrukt de keuzevrijheid van het bestuursorgaan bij ontslaggronden en de noodzaak om ontslaggronden voldoende te onderbouwen.