Uitspraak
OVERWEGINGEN
2 mei 2014 recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De mate van arbeidsongeschiktheid bedroeg 100%. Volgens de verzekeringsarts ontbrak het appellant op de datum in geding aan benutbare mogelijkheden. Bij zijn oordeel heeft de verzekeringsarts – onder meer – meegewogen dat op korte termijn invasieve ingrepen gepland waren aan de longen en de prostaat. De verzekeringsarts verwachtte wel een verbetering van de belastbaarheid van appellant door deze ingrepen.
28 mei 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:1829, geoordeeld dat het bestreden besluit op een ondeugdelijke motivering berust, omdat de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet inzichtelijk heeft gemaakt welk mogelijk resultaat een (ingezette) medische behandeling voor appellant kan hebben. De enkele constatering dat van een in te zetten behandeling resultaat mag worden verwacht, acht de rechtbank onvoldoende toegesneden op de individuele situatie van appellant. De rechtbank heeft het Uwv vervolgens in de gelegenheid gesteld om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen.
2 mei 2014 niet als duurzaam kan worden gekwalificeerd omdat er voor zijn aandoeningen nog behandelmogelijkheden voorhanden zijn waardoor verbetering van de belastbaarheid op termijn te verwachten valt. Wat betreft de longaandoening van appellant en zijn daarmee samenhangende klachten is van belang dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep uit de informatie van de longarts heeft afgeleid dat er sprake is van een goedaardige tumor en dat van een aanstaande invasieve ingreep verbetering te verwachten is. Op basis van informatie van de huisarts heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep, zoals de rechtbank heeft overwogen, vastgesteld dat de prognose voor de prostaatklachten, chronische pijnklachten aan de nek en de schouders en de psychische klachten gunstig is en dat niet de conclusie kan worden getrokken dat de situatie van appellant niet kan verbeteren. Voor de chronische pijnklachten aan de nek en de schouders en de psychische klachten waren nog niet alle behandelmogelijkheden benut.
11 maart 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:862. Gelet op de in het dossier aanwezige informatie, is in wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd geen aanleiding gelegen te twijfelen aan de gemotiveerde conclusies van het Uwv dat appellant volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is.