Uitspraak
16.7420 WMO
OVERWEGINGEN
€ 4.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Noord-Holland van 20 september 2013, staat deze uitspraak in rechte vast. Het in deze uitspraak gegeven beoordelingskader is voor de Raad dan ook een gegeven.
30 december 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:4918), kan niet worden ingezien dat appellant de kosten van een zitmeubel met een glad oppervlak niet zelf zou kunnen dragen. Het college heeft de kosten van vervanging van het meubilair dan ook terecht afgewezen.
22 maart 2016 aangevangen en heeft geduurd tot de aangevallen uitspraak van 21 oktober 2016, waarmee de rechtbank de hem toekomende behandelingsduur van anderhalf jaar niet heeft overschreden. De procedure bij de Raad is aangevangen met de ontvangst van het hoger beroepschrift op 5 december 2016 en heeft geduurd tot de uitspraak van de Raad op
18 oktober 2017, waarmee de Raad de hem toekomende behandelingsduur van twee jaar niet heeft overschreden. Aan deze vaststellingen kan het vermoeden worden ontleend dat geen sprake is geweest van een te lange behandelingsduur in de rechterlijke fase als geheel in deze periode. De overschrijding van de redelijke termijn dient geheel voor rekening van het college te komen. Dit leidt tot een schadevergoeding van in totaal € 4.000,-.