Uitspraak
10 oktober 2016
mr. F.M. van den Boogerd-Zuijderwijk namens appellant 2 beroep ingesteld.
mr. Van der Kant-Dessens en appellant 2 door mr. Van den Boogerd-Zuijderwijk. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. R. van Arkel en mr. S.M.L. Timmermans, advocaten, mr. M.A. Suwout en drs. D.S. Siesling.
15 mei 2017 van drs. E.H.W Bosman van Pensum BV en een brief van appellant 1 ingezonden. Bij brief van 1 juni 2017 heeft mr. Van den Boogerd-Zuijderwijk namens appellant 2 de uitkomst van het onderzoek van de door haar ingeschakelde actuaris bericht.
OVERWEGINGEN
1 januari 2015 kent het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) het ouderdomspensioen vanaf deze verhoogde AOW-leeftijd toe.
AOW-uitkering (inclusief vakantiegeld), die voor hem volgens de AOW in de desbetreffende maand gegolden zou hebben indien daarop aanspraak zou hebben bestaan.
AOW-leeftijd het totaalbedrag van de tegemoetkoming AOW-hiaat en de compensatie, vermeerderd met het (vervroegd ingegane) ouderdomspensioen, netto minder bedraagt dan 90% van de gerechtvaardigde aanspraken van appellanten, dan wordt dit bedrag bruto zodanig aangevuld dat deze in ieder geval gelijk is aan 90% van de gerechtvaardigde aanspraken van appellanten (aanvullende maatregel). De nadere besluiten worden, gelet op de artikelen 6:19 en 6:24 van de Awb, mede in de beoordeling betrokken.
26 april 2017).
BESLISSING
van 10 februari 2017, ongegrond;
- veroordeelt de minister in de kosten van appellant 1 tot een bedrag van € 1.237,50 en van
appellant 2 tot een bedrag van € 464,06;
van € 46,- vergoedt.