ECLI:NL:CRVB:2017:1964
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toekenning militair invaliditeitspensioen en beoordeling van seksuele problematiek en slaapmedicatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de toekenning van een militair invaliditeitspensioen aan betrokkene, die als militair in Libanon heeft gediend. De Minister van Defensie had eerder het verzoek om toekenning van het pensioen afgewezen, maar na herbeoordeling werd een invaliditeit van 20% vastgesteld. Betrokkene heeft echter bezwaar gemaakt tegen deze beoordeling, met name met betrekking tot de indeling van zijn seksuele functie en het gebruik van slaapmedicatie.
De Raad oordeelde dat de seksuele problematiek niet als afzonderlijk probleem was gesignaleerd en behandeld door een professioneel deskundige, waardoor de indeling in klasse 0 in rechte standhoudt. Wat betreft de slaapmedicatie oordeelde de Raad dat betrokkene geen permanente slaapmedicatie gebruikte, waardoor de indeling in klasse 2 ook standhoudt. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde de beroepen tegen de besluiten van de Minister ongegrond. De Raad concludeerde dat de Minister voldoende had gemotiveerd dat er op de peildata geen sprake was van een medische eindtoestand.