ECLI:NL:CRVB:2017:1573
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit inzake studiefinanciering en boete wegens onrechtmatige bewijsverkrijging
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, vertegenwoordigd door mr. S.J.A. Jansen, had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dat hem een bestuurlijke boete oplegde en zijn aanspraak op studiefinanciering verviel. De minister had de studiefinanciering herzien op basis van een onderzoek naar de woonsituatie van de appellant, uitgevoerd door controleurs, waarvan één onbevoegd was. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke motivering berustte, omdat de bevindingen van het onderzoek als bewijs ontoelaatbaar waren. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de appellant gegrond, waardoor het besluit van de minister werd vernietigd en herroepen. Tevens werd de minister veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die in totaal € 2.475,- bedroegen.