ECLI:NL:CRVB:2017:1434
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- M. Greebe
- H. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering wegens gebrek aan privaatrechtelijke dienstbetrekking en verzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellant. De Raad oordeelde dat appellant niet verzekerd was voor de Wet WIA op de datum van zijn ziekmelding, 5 april 2012. Appellant had eerder een zorgovereenkomst met zijn echtgenote, maar deze werd gekwalificeerd als een overeenkomst van opdracht en niet als een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Hierdoor voldeed appellant niet aan de voorwaarden voor verplichte verzekering onder de Wet WIA. De Raad concludeerde dat er geen sprake was van een vrijwillige verzekering voor de WIA, aangezien appellant op dat moment een WW-uitkering ontving op basis van een vrijwillige verzekering die inmiddels was beëindigd. Appellant had aangevoerd dat het Uwv hem in het verleden het vertrouwen had gewekt dat hij verzekerd was voor de WIA, maar de Raad oordeelde dat er geen ondubbelzinnige toezeggingen waren gedaan die dit vertrouwen konden rechtvaardigen. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat appellant niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering, omdat hij niet voldeed aan de vereisten van verzekering en dienstbetrekking.