ECLI:NL:CRVB:2017:1242
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid hoger beroep inzake indienen beroepschrift per faxbericht en onderzoek binnen de Raad
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.J.E. Stout, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank die zijn beroep tegen een beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag ongegrond had verklaard. De zaak draait om de ontvankelijkheid van het hoger beroep, waarbij de appellant stelt dat hij het beroepschrift op 31 maart 2016 per fax heeft verzonden. De Raad heeft vastgesteld dat het faxbericht niet binnen de voor het instellen van hoger beroep geldende termijn door de Raad is ontvangen. De Raad heeft de procedure rondom het indienen van stukken per fax besproken en geconcludeerd dat de risico's van deze verzendwijze voor rekening van de verzender komen. De Raad heeft de verzending van het faxbericht door de gemachtigde van appellant als aannemelijk beschouwd, maar niet als sluitend bewijs dat het faxbericht ook daadwerkelijk door de Raad is ontvangen. Aangezien er geen bewijs was dat het faxbericht op de juiste wijze was ontvangen, heeft de Raad geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken op 4 april 2017.