ECLI:NL:RBDHA:2021:4830
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens te late indiening en verkeerde verzending
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 april 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres had bezwaar aangetekend tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, dat haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Ziektewet had afgewezen. Het bezwaar werd echter niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat zou zijn ingediend. Eiseres stelde dat zij het bezwaarschrift op 5 oktober 2018 had verzonden naar een faxnummer dat door verweerder in gebruik was, maar verweerder ontkende het bezwaarschrift te hebben ontvangen. De rechtbank oordeelde dat de risico's van de verzending voor rekening van de verzender komen en dat de ontvangst van het bezwaarschrift door verweerder redelijkerwijs kon worden betwijfeld. De rechtbank concludeerde dat het bezwaarschrift pas op 7 oktober 2019 door verweerder was ontvangen, waardoor het niet tijdig was ingediend. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard en de rechtbank wees de proceskostenveroordeling af.