Uitspraak
OVERWEGINGEN
3.1. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het dienstverband bij [X.] in de plaats is gekomen voor de uren die zij voorheen bij [de stichting 2] werkte. Artikel 17a, tweede lid, van de WW stelt niet de eis dat een dienstbetrekking volledig in de plaats is gekomen van een of meer daaraan voorafgaande dienstbetrekkingen. Onder verwijzing naar de uitspraak van de Raad van 19 oktober 2005 (ECLI:NL:CRVB:2005:AU5156) is appellante van mening dat de weken waarin zij voor 1 juni 2012 bij [de stichting 2] heeft gewerkt in aanmerking moeten worden genomen, zodat zij aan de referte-eis heeft voldaan. Ter zitting heeft appellante gesteld dat de overlapping van de dienstverbanden van [de stichting 2] en [X.] na de maanden juni en juli 2012 slechts drie werkdagen in augustus en september 2012 betrof. Deze overschrijding van de twee maanden-termijn is zo gering dat het dienstverband met [X.] op grond van het Besluit opvolgende dienstbetrekkingen in de plaats is gekomen van het dienstverband met [de stichting 2].