ECLI:NL:CRVB:2016:484
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening ontslagbesluit wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van de minister
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante, werkzaam bij het ministerie van Veiligheid en Justitie, was sinds 2010 volledig arbeidsongeschikt en had in 2012 een WIA-uitkering aangevraagd. De minister verleende haar op 22 juli 2013 ontslag wegens ongeschiktheid tot het verrichten van haar arbeid. Appellante betwistte dit ontslag en stelde dat de minister onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht. De Raad oordeelde dat de minister zich te veel had gefocust op hervatting in het eigen werk en geen adequate stappen had ondernomen voor het vinden van ander passend werk, zowel binnen als buiten het ministerie. De Raad concludeerde dat de minister niet in redelijkheid kon oordelen dat aan de ontslagvoorwaarden was voldaan, en herstelde het primaire ontslagbesluit. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van appellante gegrond. Tevens werd de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van appellante, die in totaal € 2.018,20 bedroegen.