ECLI:NL:CRVB:2016:4762
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een wrakingsverzoek tegen rechters in een bestuursrechtelijke procedure
Op 13 december 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van verzoeker tegen de rechters K.J. Kraan, J.J.T. van den Corput en J.F.C. Talman. Verzoeker had hoger beroep ingesteld tegen uitspraken van de rechtbank Rotterdam en diende een wrakingsverzoek in tijdens de zitting op 27 oktober 2016. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechters niet onpartijdig waren, omdat zij een beslissing hadden genomen over het buiten beschouwing laten van bepaalde stukken die onder de geheimhoudingsplicht van een mediationovereenkomst vielen. Verzoeker voelde zich hierdoor benadeeld en meende dat hij niet voldoende gelegenheid had gekregen om zijn standpunt te verduidelijken voordat de beslissing werd genomen.
De gewraakte rechters hebben in hun schriftelijke reactie aangegeven dat zij de beslissing als een procesbeslissing beschouwden en dat zij zich verplicht voelden om het verzoek van de Raad van Bestuur toe te wijzen. De wrakingskamer oordeelde echter dat de gang van zaken niet correct was verlopen. De beslissing om de stukken buiten beschouwing te laten had een inhoudelijk karakter en had voorafgaand aan de zitting openlijk besproken moeten worden met de betrokken partijen. De wrakingskamer concludeerde dat de schijn van vooringenomenheid was gewekt, waardoor het verzoek om wraking moest worden toegewezen.
De Centrale Raad van Beroep heeft uiteindelijk het verzoek om wraking toegewezen, wat betekent dat de gewraakte rechters niet langer betrokken zijn bij de behandeling van de zaak van verzoeker. De uitspraak is gedaan door A.J. Schaap als voorzitter en J.P.M. Zeijen en R.E. Bakker als leden, in tegenwoordigheid van N. van Rooijen als griffier.