ECLI:NL:CRVB:2016:4685
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand in verband met pleegkind en schending van inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Holland. De appellant ontving sinds 21 oktober 2009 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor een alleenstaande ouder. Na een heronderzoek door de gemeente Heemskerk bleek dat appellant ten onrechte alleenstaande ouderkorting ontving, omdat zijn pleegdochter niet als eigen kind werd erkend onder de WWB. Het college van burgemeester en wethouders heeft de bijstand herzien en teruggevorderd, omdat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door niet te melden dat [X.] zijn pleegdochter was. De Raad oordeelde dat appellant zelf verantwoordelijk was voor het melden van deze wijziging in zijn gezinssituatie. De rechtbank had eerder de bezwaren van appellant ongegrond verklaard, maar in een andere uitspraak gegrond verklaard, waarbij de boete werd vastgesteld op € 560,- vanwege verminderde verwijtbaarheid. De Raad bevestigde de uitspraken van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat de appellant de inlichtingenverplichting had geschonden en dat de opgelegde boete passend was. De Raad zag geen aanleiding om getuigen te horen, omdat dit niet zou bijdragen aan de beoordeling van de zaak.