Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante in hoger beroep tot een bedrag van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot de WW-uitkering van een werknemer. De werknemer was van 1 augustus 2011 tot 1 augustus 2012 in dienst bij appellante en ontving vanaf 1 augustus 2012 een WW-uitkering. Appellante heeft het Uwv op 15 november 2012 verzocht om de WW-uitkering van de werknemer te herzien, omdat zij meende dat de werknemer zich niet voldoende had ingespannen om passende arbeid te vinden. Het Uwv heeft echter geen aanleiding gezien om nader onderzoek te doen naar de sollicitatieactiviteiten van de werknemer en heeft het verzoek van appellante afgewezen.
De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard. Appellante is van mening dat het Uwv ten onrechte geen nader onderzoek heeft ingesteld naar de sollicitatieplicht van de werknemer, vooral gezien de melding van verwijtbaar gedrag tijdens het re-integratietraject. De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het Uwv inderdaad gerede twijfel had moeten aannemen over de aanspraak van de werknemer op de WW-uitkering, gezien de informatie die appellante had verstrekt. De Raad concludeert dat het Uwv ten onrechte geen nader onderzoek heeft ingesteld en bevestigt de aangevallen uitspraak, maar wijst het verzoek om schadevergoeding af. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante.