Uitspraak
OVERWEGINGEN
80 tot 100%. Bij besluit van 22 mei 2002 is de uitkering per 14 juli 2002 herzien naar de arbeidsongeschiktheidsklasse van 15 tot 25%. Tegen dit besluit heeft appellante destijds rechtsmiddelen aangewend, wat heeft geleid tot bijstelling van het arbeidsongeschiktheidspercentage naar de klasse 25 tot 35%. Appellante heeft vervolgens het Uwv verzocht om terug te komen van dit inmiddels rechtens onaantastbaar geworden besluit, aangezien er sprake was van in 2006 gestelde nieuwe diagnoses ADHD en Autisme die een ander beeld gaven van haar medische toestand op 14 juli 2002. Het Uwv heeft dit herzieningsverzoek gehonoreerd bij beslissing op bezwaar van 16 mei 2012, waarbij is teruggekomen van het besluit van 22 mei 2002 en de WAO-uitkering per 14 juli 2002 ongewijzigd is vastgesteld op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
8 april 2013 (bestreden besluit) is het door appellante gemaakte bezwaar tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij primair is gesteld dat de diagnose ASS betwijfeld moet worden en subsidiair het standpunt is ingenomen dat, uitgaande van de nieuwe diagnoses, dit geen invloed heeft op de destijds vastgestelde belastbaarheid. Onder verwijzing naar artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is gesteld dat de nieuwe diagnoses geen nieuwe feiten en/of omstandigheden zijn als bedoeld in dit wetsartikel.
4 september 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:1680, overwogen dat het gegeven dat er inmiddels voor de klachten van appellante verklarende diagnoses zijn gesteld, niet kan worden aangemerkt als nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid in de zin van artikel 4:6 van de Awb. De rechtbank heeft hierbij van doorslaggevend belang geacht dat de klachten van appellante en de daaruit voortvloeiende beperkingen destijds bekend waren bij het Uwv en aanleiding hebben gegeven tot het aannemen van een (fors) verminderde psychische belastbaarheid, welke in de door appellante destijds aangespannen beroepsprocedure is geaccordeerd door de door de rechtbank ingeschakelde onafhankelijk deskundige, psychiater Eland, in zijn onderzoek van eind 1998. Het gegeven dat het Uwv bij beslissing op bezwaar van 16 mei 2012 op basis van dezelfde nieuwe diagnoses wel aanleiding heeft gezien om de belastbaarheid per 14 juli 2002 aan te passen, omdat het plausibel was dat de nieuwe diagnose van Autismespectrumstoornis (ASS) ook per die datum van toepassing was, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om te stellen dat het Uwv in de onderhavige procedure reeds hierom ook per 29 januari 1998 de diagnoses ASS en ADHD als een nieuw feit of veranderde omstandigheid dient te beschouwen.
BESLISSING
F.M.S. Requisizione als leden, in tegenwoordigheid van N. Veenstra als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 oktober 2016.