ECLI:NL:CRVB:2016:3297
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor reiskosten gerechtelijke procedure en onterecht opgelegde dwangsom
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de afwijzing van bijzondere bijstand voor reiskosten door het college van burgemeester en wethouders van Almere. Betrokkene had bijzondere bijstand aangevraagd voor reiskosten naar verschillende gerechtelijke procedures. Het college had eerder bijzondere bijstand toegekend, maar betrokkene betwistte de ontvangst van een besluit en stelde het college in gebreke wegens het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag. De rechtbank had het college opgedragen om binnen twee weken een besluit te nemen en een dwangsom opgelegd voor het niet tijdig beslissen. De Centrale Raad oordeelde dat het college onvolledig had beslist op de aanvraag van betrokkene en dat de dwangsom onterecht was opgelegd. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak voor wat betreft de kostenveroordeling en bepaalde dat het college aan betrokkene een aanvullende bijzondere bijstand van € 78,60 moest toekennen. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van betrokkene tot een totaalbedrag van € 3.472,-.