ECLI:NL:CRVB:2016:1267
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en arbeidsverplichtingen onder de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de bijstandsverlening aan appellanten op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellanten ontvingen vanaf 21 augustus 2008 bijstand, maar het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier heeft deze bijstand ingetrokken op basis van het niet melden van bankrekeningen en schenkingen. De rechtbank heeft het beroep van appellanten tegen het besluit van het dagelijks bestuur gedeeltelijk gegrond verklaard, maar het dagelijks bestuur heeft in hoger beroep de kostenveroordeling aangevochten. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de appellanten niet in aanmerking komen voor ontheffing van de arbeidsverplichtingen, ondanks hun lichamelijke beperkingen. De Raad heeft de kostenveroordeling van de rechtbank vernietigd en de proceskosten in hoger beroep vastgesteld op € 2.480,-, inclusief vergoeding van het griffierecht van € 123,-. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen.