Uitspraak
18 september 2015, 15/465 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
Wmo-opvang doet vervallen slaagt. Zoals de Raad in zijn uitspraak van 26 november 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:3803, heeft overwogen mag ervan worden uitgegaan dat een vreemdeling als betrokkene van de opvang in een VBL gebruik kan maken, dat de opvang in een VBL in het algemeen aangemerkt kan worden als een voldoende voorziening in het bieden van opvang en dat met plaatsing in een VBL voldoende invulling wordt gegeven aan de uit het internationaal recht voortvloeiende positieve verplichting opvang te bieden. Daarmee is de opvang in een VBL een aan de Wmo voorliggende voorziening die de noodzaak van opvang op grond van die wet wegneemt. Ten aanzien van de beroepsgrond van betrokkene dat haar in de periode in geding over meerdere tijdvakken wel opvang is verleend, overweegt de Raad dat het college dit in het bestreden besluit heeft onderkend en voor deze tijdvakken toekennend op de aanvraag heeft beslist. Wel heeft het college daarbij, en gezien het voorgaande terecht, overwogen dat deze opvang onverplicht is geweest.