ECLI:NL:CRVB:2016:2860
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die in 1984 arbeidsongeschikt raakte en naar Marokko terugkeerde, had verzocht om herbeoordeling van zijn aanspraken op een WAO-uitkering, omdat zijn gezondheid zou zijn verslechterd. Het Uwv had echter besloten om niet terug te komen op een eerder besluit uit 2010, waarin de aanvraag voor een uitkering was afgewezen. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven tot nader onderzoek door het Uwv. De appellant had geen nieuwe medische gegevens overgelegd die relevant waren voor zijn arbeidsongeschiktheid per 20 februari 1985, de datum waarop het Uwv de uitkering had geweigerd. De Raad bevestigde dat de Wet Amber, die pas in 1995 in werking trad, niet van toepassing was op deze zaak. De Raad concludeerde dat de eerdere beslissing van het Uwv om geen uitkering toe te kennen aan appellant terecht was en dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank moest worden bevestigd. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.