ECLI:NL:CRVB:2016:2328
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak in het kader van de AWBZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 juni 2016 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 25 juni 2014. Het verzoek om herziening is ingediend door verzoekster, die niet is verschenen ter zitting, terwijl het Zorgkantoor VGZ Zorgkantoor B.V. zich heeft laten vertegenwoordigen door mr. J.H.M. van Rijn. De Raad heeft vastgesteld dat het verzoek om herziening onredelijk laat is ingediend, meer dan een jaar na de bekendmaking van de uitspraak van 5 december 2012, waar het verzoek op betrekking heeft. De Raad heeft eerder geoordeeld dat een herzieningsverzoek niet kan worden ingediend tegen een herzieningsuitspraak, maar alleen tegen de oorspronkelijke uitspraak. Dit betekent dat verzoekster een nieuw verzoek om herziening heeft ingediend, dat niet voldoet aan de vereisten van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft geconcludeerd dat het verzoek om herziening niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat het niet tijdig is ingediend en er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die een herziening rechtvaardigen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.